F Verordening Werk en Participatie 2024 gemeente Baarn
We zijn nu bij agendapunt twee F, waarbij de verordening Werk en Participatie 2024 voor de gemeente Baarn aan de Raad wordt voorgelegd met het verzoek deze vast te stellen. Ik wil nog even onder uw aandacht brengen dat de ontbrekende bijlage twee, het advies van de Adviesraad Sociaal Domein, vanmiddag aan de vergaderstukken is toegevoegd. Dat gezegd hebbende, richt ik mijn vragen aan wethouder Eibert, mevrouw Sluis.
Ja, dank u, voorzitter. Ik begin inderdaad met een vraag over het memo dat we aan het eind van de middag bij de stukken toegevoegd kregen. Dat is eigenlijk een hele lijst met vragen van de Adviesraad Sociaal Domein. En ik vroeg me af of we de beantwoording voor het debat van de raad kunnen ontvangen. Verder vroeg ik me af of deze nieuwe verordening getoetst is aan het VN-verdrag voor personen met een handicap. En waarom wordt hier niet naar verwezen? In het raadsvoorstel of in de verordening: zijn er ervaringsdeskundigen betrokken bij het opstellen van deze nieuwe verordening, en hoe zullen zij betrokken worden bij de evaluatie van de doeltreffendheid van de verordening? Is het wellicht mogelijk om hierbij samen op te trekken met andere gemeenten in de regio? Ik hoorde dat er toevallig ook in Soest vragen over gesteld zijn, dus dat biedt wellicht mogelijkheden. En de laatste vraag: één van de principes in de verordening is dat we uitgaan van vertrouwen, wat wij heel belangrijk vinden, uiteraard. Op welke manier is dit principe geïntegreerd in deze verordening?
Ja, dank u wel, voorzitter, voor wat betreft de beantwoording van de memo, of eigenlijk de vragen van de Adviesraad Sociaal Domein. We gaan ons best doen om dat voor het debat te doen. Ik kan u dat niet beloven. Ik kan in ieder geval wel beloven dat we dat voor de besluitvormende raad kunnen doen, maar volgens mij zitten we volgende week alweer bij elkaar en dat kan ook zomaar heel krap worden. We gaan ons best doen. Als het lukt, dan lukt het, maar niet op voorhand, voorzitter. Daarnaast ging het over zaken die wat mij betreft heel erg technisch zijn. Een aantal toch, hè? Ook over het VN-Verdrag durf ik u op voorhand niet te vertellen; ik weet het niet. En dat komt ook omdat deze regionaal is opgesteld. En daar is vanuit Amersfoort leiding in genomen; dat moeten we gewoon even navragen hoe dat precies is gegaan. Wat mevrouw Sluis wel kan vertellen, is hoe die doelgroep betrokken wordt. Ja, dat is toch vrij ingewikkeld, omdat die doelgroep zich niet altijd leent om bijvoorbeeld in een cliëntenraad deel te nemen. We hebben een cliëntenraad bij BS, hè? Dus we doen dat nu al in regionaal verband. En het is ongelooflijk moeilijk om daarvoor ook gegadigden te vinden die in die raad willen deelnemen. En dat heeft er misschien ook wel mee te maken dat wat je ziet, is dat die groep eigenlijk een steeds lastiger groep wordt, ook om aan het werk te krijgen. En dat het voor die groep ook gewoon heel moeilijk is om soms aan bepaalde zaken deel te nemen. Aan de andere kant biedt het ook weer mooie kansen. We hadden vorig jaar iemand die deelnam aan de cliëntenraad en dat beviel zo goed dat diegene uiteindelijk bij BS zelf in dienst is gegaan en daar gewoon is gaan werken. Dus er liggen ook hele mooie kansen. Het is ongelooflijk moeilijk, dus vanuit BS durf ik wel te zeggen dat dat niet gebeurd is. Want ja, we hebben die mensen gewoon niet, maar het is wel altijd ons doel om dat te doen. Hoe zit het met het vertrouwen in deze nota? Ja, dat is een vrij complexe vraag, maar ik zal in ieder geval proberen te vertellen hoe wij als gemeente Baarn in ieder geval proberen te handelen. We kijken of we niet te veel vragen aan inwoners stellen. We proberen op voorhand te bekijken waar we zien dat er soms veel aanvragen zijn, zeker op het gebied van werk en inkomen. We vragen ons af wat voor type aanvraag het is. BS werkt daarvoor ook met een soort stoplichtmodel, waarin ze aan de aanvrager kunnen zien of het door kan gaan of niet. Op basis daarvan proberen we in te schatten of een inwoner die het aanvraagt nader ondervraagd moet worden of niet. Dat zorgt er ook voor dat we een aantal aanvragen veel sneller kunnen afhandelen. Maar we kunnen ook veel duidelijker focussen op de aanvragen die er echt toe doen, om te kijken of hier alles goed gaat. En voor die aanvraag waar het niet goed gaat, heeft BS ook recentelijk het proces wat verscherpt en heeft daardoor scherper zicht op mensen die soms frauduleus proberen te handelen. Ze probeert die echt uit de aanvragen te filteren, zodat we ervoor zorgen dat het geld terechtkomt bij de mensen die dat nodig hebben, voorzitter.
Ja, nou, ik zal de niet-beantwoorde vragen dan schriftelijk stellen. Ik ben nog wel aan het nadenken over het betrekken van ervaringsdeskundigen, want het lijkt me toch wel essentieel als je beleid wilt evalueren om dat te doen met de mensen voor wie het bedoeld is. Dus volgens mij is mijn vraag of we het misschien samen met de regio kunnen doen nog niet beantwoord, evenals mijn vraag of er nog andere mogelijke oplossingen kunnen zijn hiervoor.
Voorzitter, ja, dus ik had geprobeerd te zeggen dat we dit al in een bepaald samenwerkingsverband doen. We kunnen uiteraard eens kijken hoe we dit op regionaal niveau regelen. Het is niet altijd vergelijkbaar, aangezien we met verschillende uitvoeringsorganisaties werken die het soms ook op uiteenlopende manieren aanpakken. We zullen dit in ieder geval meenemen. Ik denk dat het ook goed is om dit in de evaluatie op te nemen. We kunnen onderzoeken of we dit op een regionale manier kunnen organiseren. Zeker nu we de verordening op regionaal niveau met elkaar vaststellen, is het de moeite waard te bekijken of we daar ook regionaal een bepaalde vorm aan kunnen geven.
Voorzitter, dank u. Mevrouw de portefeuillehouder, op pagina 6, onderdeel 3.4, punt één, onder het kopje 'Nazorg', wordt een nogal magere uitleg gegeven. Kunt u toelichten wat dit precies inhoudt, vergeleken met de overige stukken? Ik vraag me af of u het met ons eens bent dat dit onderdeel meer aandacht verdient. Ik begrijp dat nazorg maatwerk vereist, maar ik zou graag willen weten wat het nazorgtraject precies inhoudt. Aangezien het een belangrijk onderdeel is van het totale traject, vraag ik of u bereid bent om dit onderdeel uit te breiden. En zo ja, zou u dat dan ook willen doen? Dank u wel.
Ja, voorzitter, dank u wel. Ik ben het met de heer Brinkman eens dat nazorg echt maatwerk is, want iedere persoon is anders. Ik zou willen voorkomen dat we hier te veel gaan opschrijven, omdat als we te veel opschrijven, dat misschien ook wel beperkend werkt voor wat we doen. En dat is juist niet wat we willen. We willen inwoners zo goed mogelijk helpen op het moment dat zij aan het werk gaan. Als ze bijvoorbeeld nog ondersteuning nodig hebben, misschien met een coach of misschien wel een opleiding, willen we ze dat geven om te zorgen dat zij langdurig aan het werk blijven. Want dat is eigenlijk wat je wilt, ook voor die inwoners. Misschien is het goed, want ik denk dat het niet zozeer een kwestie is van meer teksten vastleggen. We kunnen veel woorden opschrijven, maar uiteindelijk gaat het erom wat je doet. En volgens mij hebben we binnenkort ook weer een moment dat we met BS praten over hoe het gaat. En anders is het goed om dat te organiseren, zodat we ook eens aan de mensen van BS, die dit doen, kunnen vragen wat dit inhoudt en hoe deze verordening hen helpt om hun werk goed te kunnen doen. Dat lijkt me nuttiger dan dat we op dit moment hier de tekst gaan uitbreiden, voorzitter.
Dank u wel. Zijn er nog meer vragen over dit raadsvoorstel? Zo niet, dan gaan we verder met de verordening Werk en Participatie.