- Jeroen Bosman - GroenLinks
- René van Wijk - CDA
- Rik van Hardeveld - CDA
- Valentijn Brinkman-Koopal - PvdA
- John van Loon - 50PLUS
- Roy Bruins - ChristenUnie
- Ton van der Linden - PvdA
- Hanneke Struijk-Cramer - D66
Indexering woningprijzen Baarnsche Zoom: noodzakelijke stap of obstakel voor betaalbaarheid?
De gemeenteraad van Baarn debatteerde over het voorstel om de maximale koopprijzen voor het betaalbare woningbouwprogramma in de Baarnsche Zoom te indexeren. Het voorstel, dat voortkomt uit de gestegen bouwkosten door inflatie, stuitte op vragen en zorgen over de betaalbaarheid van woningen voor de doelgroep.
Politiekverslaggever Rijk de Bat
Tijdens de raadsvergadering werd het voorstel besproken om de koopprijzen van woningen in de Baarnsche Zoom te indexeren op basis van de consumentenprijsindex (CPI) vanaf 2021. Dit is volgens wethouder Mark Veldhuizen noodzakelijk om de voortgang van het project te waarborgen en de woningen marktconform te maken. "Het is inherent aan ruimtelijke ontwikkelingen dat prijspeilen wijzigen tijdens de lange looptijden van de bijbehorende procedures," aldus Veldhuizen.
Jeroen Bosman van GroenLinks uitte zijn zorgen over de impact van de indexering op de betaalbaarheid van de woningen. Hij vroeg de wethouder naar de relatie tussen de gevraagde indexering en de loonstijgingen in dezelfde periode. Veldhuizen gaf aan dat hij hier schriftelijk op zou reageren, gezien de complexiteit van de vraag.
René van Wijk van het CDA vroeg zich af of de indexering zou leiden tot hogere grondprijzen en daarmee hogere opbrengsten voor de gemeente. Veldhuizen antwoordde dat de grondprijs nog vastgesteld moet worden en dat dit afhankelijk is van de biedingen van ontwikkelaars.
Rik van Hardeveld, eveneens van het CDA, vroeg of er mogelijkheden waren om het programma van eisen aan te passen om de woningen betaalbaar te houden. Veldhuizen maakte duidelijk dat de kaders al zijn vastgesteld en dat er niet aan gesleuteld kan worden.
Valentijn Brinkman-Koopal van de PvdA stelde vragen over de verplichtingen van ontwikkelaars om zich aan de geïndexeerde prijzen te houden en hoe toekomstige inflatie in de prijzen wordt meegenomen. Veldhuizen legde uit dat het voorstel is om te blijven indexeren tot de laatste woning is verkocht, om zo inflatie en kostenstijgingen bij te houden.
John van Loon van 50PLUS vroeg naar het totale aantal geplande woningen. Veldhuizen bevestigde dat het minimum 500 woningen is, maar dat ontwikkelaars dit aantal kunnen verhogen.
Roy Bruins van de ChristenUnie vroeg zich af of de indexering invloed heeft op het aantal sociale huurwoningen. Veldhuizen verzekerde dat het programma van minimaal 100 sociale huurwoningen, 50 middeldure huurwoningen en 50 koopwoningen overeind blijft.
Het debat maakte duidelijk dat de indexering van de woningprijzen een complex vraagstuk is, waarbij de balans tussen marktconformiteit en betaalbaarheid centraal staat. De gemeenteraad zal op 24 april 2024 een besluit nemen over het voorstel.
Samenvatting van het voorstel
Het raadsvoorstel m behandelt de indexering van de maximale koopprijzen voor het betaalbare woningbouwprogramma in de Baarnsche Zoom. Wethouder Veldhuizen stelt voor om de prijzen te indexeren op basis van de consumentenprijsindex (CPI) vanaf 2021. Dit voorstel komt voort uit de aanbesteding voor de verkoop van gronden, waarbij ontwikkelaars aangeven niet in te schrijven als de prijzen niet geïndexeerd worden vanwege gestegen bouwkosten door inflatie.
Het betaalbare programma omvat minimaal 100 sociale huurwoningen, circa 50 middeldure huurwoningen en minimaal 100 koopwoningen met prijzen tot € 235.000 en € 300.000. Deze prijzen zijn vastgesteld in 2021 en zijn door inflatie niet meer marktconform. De indexering is nodig om de voortgang van het project te waarborgen en om een marktconforme situatie te creëren zonder afbreuk te doen aan de behoefte aan betaalbare woningen.
Het voorstel bevat ook een overzicht van de prijsstijgingen en de gevolgen voor de prijzen in de Baarnsche Zoom. Het niet-indexeren van de prijzen zou leiden tot kwalitatief slechtere en kleinere woningen en zou aantrekkelijk zijn voor speculanten. Het voorstel adviseert tegen het verhogen van het grondbod bij indexering en tegen het loslaten van het minimale grondbod.
De gemeente overweegt maatregelen zoals startersleningen en andere financieringsvormen om de doelgroep met een lager inkomen te ondersteunen. De woningen moeten dezelfde afmetingen behouden om betaalbaar te blijven. Het voorstel wordt ondersteund door een planeconomisch adviseur en zal worden verwerkt in de aanbestedingsdocumenten. Communicatie hierover zal volgen en duurzaamheidsmaatregelen worden alleen getroffen als ze wettelijk verplicht zijn.